MULTIMEDIALE LEERMIDDELEN --- LOS TEKSTFRAGMENT

Soorten moderne leermiddelen: leermiddelen, instructiemiddelen, communicatiemiddelen en hulpmiddelen

Deze losse tekst gaat over: moderne leermiddelen, instructiemiddelen, communicatiemiddelen en hulpmiddelen (in het onderwijs) en geeft antwoorden op vragen als:

Er zijn een groot aantal soorten leermiddelen in omloop. Om over een leermiddel iets zinnigs te kunnen zeggen is het noodzakelijk om een goede indeling te hebben. Hierbij mijn visie. Ik maak om te beginnen altijd onderscheid tussen twee fundamenteel verschillende soorten leermiddelen: 'echte' leer- en instructiemiddelen. Instructiemiddelen worden meestal ook - maar wel verwarrend in dit kader - leermiddelen genoemd.


Figuur 1. Wat is een leermiddel in het onderwijs? Hoe ziet een leermiddel er fysiek uit? Blijven offline leermiddelen belangrijk? Worden alle leermiddelen online? Moeten leermiddelen draagbaar zijn? Is de nieuwe iMac belangrijk? (ja). Een voorbeeld: een game. Kenmerken: draagbaar; zeer klein, eenvoudige 'floppy's', goedkope hardware, etc.

Deze tweedelingen is nodig omdat instructiemiddelen 'one-way' middelen zijn en leermiddelen 'two-way' middelen; de leerling is de initiatiefnemer.

Dientengevolge is de werking van het ene middel anders dan van van het andere middel en is het dus van belang dat onderscheid te maken.

Bovenstaande ruwe tweedelingen komt grotendeels overeen met de hier volgende indeling:

  • leermiddelen met veel vakinhoud, zoals studieboeken, WEB pages, etc. (meestal instructiemiddelen)
  • leermiddelen met weinig vakinhoud, zoals blokkendozen op kleuterscholen, speciale puzzels voor het leren van groter, kleiner, gelijk, sommige plaatjes en afbeeldingen. (meestal 'echte' leermiddelen; de leerling is de initiatiefnemer)
  • We kunnen in het onderwijs nog een derde soort onderscheiden, namelijk hulpmiddelen, zoals tekstverwerkers, muziekinstrumenten, spreadsheets, schrift, potlood (?), gummetje (?), etc. Ze zijn 'leeg' aan vakinhoud en je kunt er ook niets mee leren of simuleren. Kortom echte hulpmiddelen, die kunnen worden gebruikt bij - in principe - allerlei soorten vakken.

    Er is nog een vierde, en niet de onbelangrijkste soort 'leermiddel'; integendeel. Een medium dat zelfs - na de onderwijzer zelf, het oudste 'leermiddel' is te noemen. Leermiddelen die zowel 'echt' instructie- als 'echt' leermiddel te noemen zijn, namelijk de catagorie leerboeken.

    Als we nog vollediger willen zijn - en ook de communicatie-wetenschappen en communicatie-techniek erbij halen - moet er ook een plaatsje worden ingeruimd voor de communicatie-middelen. Dat is dan de vijfde soort.

    In deze publicatie gaat onze interesse uit naar interactieve, web-based leermiddelen. In figuur 3 ziet u een interactief voorbeeld.

    Interactieve applet

    Een voorbeeld van een open doe-, werk- of leer-omgeving: een viskweekvijver

    Figuur 3: een voorbeeld van een interactieve micro-wereld, een digitaal leermiddel, dat gebruikt kan worden als een 'ontdek-omgeving'. U ziet twee soorten vissen in gewicht toenemen onder invloed van een aantal factoren. Klik bijvoorbeeld eens op 'continue' dan verstijken er twee maanden. U kunt in deze micro world nu zelf allelei experimentjes doen, bijvoorbeeld visvoer toedienen.

    Vijf soorten

    Hier volgen - soortsgewijs - een groot aantal verschillende van leer-, hulp-, communicatie- en instructiemiddelen in verder willekeurige volgorde:

    Soort 1 'instructiemiddelen':

  • lessen, colleges, voordrachten;
  • (mondelinge) instructies, etc.;
  • een instructieprogramma, zoals een Teleac cursus, een film, een band-dia-serie, een video, etc.;
  • een 'gewoon', 'echt' instructieboek;
  • gebruiksaanwijzingen (bij apparaten en andere 'gebruiks'-goederen, software, etc.);
  • manuals;
  • sheets, dia's;
  • een wandplaat of wandkaart;
  • een tekening;
  • hardware matig gezien: een CD.ROM, CD-i, DVD (soms).
  • Soort 2 'leermiddelen':

  • practica opstellingen (in practicumlokaal) (VWO, Universiteit, etc.);
  • skills (zoals in medische faculteiten);
  • een computersimulatie;
  • een (educatief) adventure;
  • een (educatieve) game;
  • een 'case' (papieren cassussen; zie ook 'probleem');
  • een 'probleem' (papieren problemen om verder op te lossen of uit te werken);
  • een blokkendoos (zonder instructieboekje);
  • een 'werkje' (op een kleuter- c.q. basisschool);
  • LOGO (zonder instructieboekje);
  • LEGO (zonder instructieboekje);
  • meccano (zonder instructieboekje);
  • hardware matig: een CD-i (vaak)

  • Soort 3 'hulpmiddelen' (geen 'instructiemiddel' en geen 'leermiddel'):

  • een tekstverwerker,
  • een potlood,
  • een schrift,
  • kladpapier,
  • editors (grafische editors, animatie-editors, muziek-editors, etc.),
  • een spreadsheets,
  • muziekinstrumenten,
  • calculator
  • Soort 4 zowel instructie- als leermiddel:

  • een leerboek,
  • het WEB (onder bepaalde voorwaarden: in een onderwijsleersituatie),
  • hardware matig: een CD-i
  • Soort 5 communicatiemiddelen: zowel 'instructie'- als 'hulp'-middel:

  • een informatiezuil in een openbare ruimte,
  • het WEB (onder bepaalde voorwaarden: in een databank situatie),
  • Het gaat er bij al dit soort dingen om dat er tijdens een studiejaar een curriculum ontstaat met een gedifferentieerd leermiddelenaanbod. Dat is het belang van al deze verschillende soorten leermiddelen. Voor ieder wat wils. Ruw gezegd: Lukt bij een bepaalde leerling met een bepaald leermiddel iets niet, dan lukt het met een ander leermiddel wellicht wel. De kwestie is dat de onderzoeker en de ontwerper leren inzien wat bij welke siutuatie het beste gebruikt kan worden hoe men variatie aan kan brengen met als doel een plezierige en werkbare middelen-mix te krijgen.

    Samenvattend

    Educatieve instrumentatie (alles wat in en voor het onderwijs wordt gebruikt):

    Educatieve software (alles wat er aan software in de scholen):

    Leer- en of instructiemiddelen (digitaal):

    R.Min, Enschede, nov. 2000