Ik ben het eens met Plomp dat ontwerpen een wetenschappelijke activiteit kan zijn, maar meestal natuurlijk niet. Ook bij professionals niet. Hooguit is het gebaseerd op wetenschappelijke inzichten en kennis die door ervaring (ook een soort empirisch onderzoek maar dan impliciet) verkregen is. Het onderzoeken en verzamelen van belangrijke dingen om te komen tot een ontwerpmethodologie of tot een ontwerptheorie is natuurlijk wel wetenschap. (Zie bijvoorbeeld mijn onderzoek naar de PI-theorie.) De meeste mensen bij faculteiten komen echter helemaal niet tot een eigen methode voor ontwerpen; laat staan een theorie; een theorie voor ontwerpen. Zou dat iets zeggen over verkeerde uitgangspunten? Ik denk het wel.
Een ontwerp (als oplossing van een onderwijskundig of instrumenteel probleem) is altijd uniek per persoon. Geen twee ontwerpen zijn hetzelfde. Daaraan kun je ophangen dat ontwerpen (op zich) geen wetenschap kan zijn, want dan zou elk ontwerp van iedereen over de hele wereld hetzelfde resultaat moeten geven en er hetzelfde uitzien.
Over het algemeen maken wetenschappers echter geen commerciële producten, hooguit ontwerpen en ontwikkelen zij prototypen om te onderzoeken wat specifieke wezenskenmerken zijn van de keuzen van bepaalde ontwerpvariabelen. Het maken van echte producten of het maken van prototypen zijn echter twee verschillende werelden. Het doel van de ontwikkeling van een prototype is anders dan het doel van het ontwikkelen van een product dat direct in de praktijk gebruikt moet worden. Deze tweedeling in soorten producten is van essentieel belang om de essentie van het wetenschappelijke van ontwerpgericht onderzoek helder te krijgen. In deze studie maken we daarom strikt onderscheid tussen het ontwerpen en ontwikkelen van echte producten die gebruikt gaan worden en prototypen die ontwikkeld worden voor iets anders dan het gebruik: bijvoorbeeld onderzoek. (Zie eerdere discussiebijdrage op een studiedag van het ICO van mijn hand.)
Artikelen en rapporten vallen daarbuiten. Onderwerp van studie kan zijn het product zelf of de gereedschappen waarmee het product gemaakt kan worden. Sommigen hebben de methodologie van het maken als onderwerp van studie en bepaalde ontwerpgerichte onderzoekers proberen bepaalde tools binnen tools te onderzoeken op hun toepasbaarheid. Bijvoorbeeld hoe je AI-technieken kunt gebruiken om slimme tools te bouwen die bloksgewijs een multimedia product in elkaar kunnen zetten of een architect kunnen helpen onderdeelsgewijs huizen in elkaar te passen.
In mijn optiek zijn papieren producten (zoals papers, artikelen, rapporten, scripties, etc.) geen producten alleen die dingen zijn producten die anders dan een papieren product zijn, zoals software, multimedia producten, cd.rom, cd-i, web-sites, etc..
Een van de hardnekkigste problemen binnen de faculteit der (toegepaste) onderwijskunde zijn de misverstanden rondom het begrip 'ontwerpen' en het begrip 'product'. Immers kunstenaars 'ontwerpen' ook, maar heeft dat iets met wetenschap of met methodisch handelen te maken? En wordt een commercieel product niet heel anders ontworpen dan een prototype of een uitvinding van een ingenieur of onderzoeker?
Net als in de wiskunde leert men bij elk mathematische formule een definitiegebied aan te geven en zouden studenten moeten leren bij bepaalde begrippen ook de condities
waaronder een uitspraak geldt aan te geven. Met algemeenheden ontstaan misverstanden.
Er zijn legio voorbeelden van misverstanden tussen wetenschappers en ingenieurs binnen de toegepaste wetenschappen. Alleen al de kwestie of ontwerpen een wetenschappelijk activiteit is of niet. In 1994 is er in Enschede een forum geweest onder de titel "Is ontwerpen een vorm van wetenschap". In de inleidende voordracht werd het probleem opgeworpen dat de technische hogescholen sinds 1986 een academische status hebben en ze al meteen weer geconfronteerd worden die op te geven. Maar het technologie-probleem verschuift ook. De problemen van de maatschappij worden ook steeds minder technisch. In eerdere dagen werd van een ingenieur verlangd dat hij iets kon maken, testen en uitvoeren. Nu ligt het accent meer op het meten, weten en begrijpen.
Zowel een kunstenaar als een professionele ontwerper maken producten. Beiden 'maken een ontwerp' en proberen dat ontwerp te 'realiseren'. Er zijn wetenschappers die jaren bezig zijn aan een enkel product, bijvoorbeeld chemici. Als het product of in dit geval een proefopstelling werkt verkoopt de wetenschapper het concept aan een commercieel bedrijf. Die werkt het uit tot een product. Een dergelijke 'verkoop' van ideeen lukt alleen maar als het bewijs geleverd is en er een draaiend prototype te zien is. Leonardo da Vinci was zo iemand, maar ook Antony Fokker met zijn prototypen van 'de Spin'. Een eindeloze reeks vliegtuigjes werden rond 1900 uitgeprobeerd. Het ontwerpen van een prototype is dus een andere wetenschappelijke bezigheid dan het professioneel maken van een Teleac cursus voor de televisie (door een afgestudeerde Toegepaste Onderwijskundige), of een Hollywood film voor een massa-publiek. Toch worden er in die laatste producten natuurlijk allerlei wetenschappelijk kennis uit de psychologie en de sociologie toegepast.
Oplossingen en dus ook de vormen van de uiteindelijke producten divergeren. Dat is - op zich - een bewijs dat het geen wetenschap is. Anders was er wel één vorm en één oplossing. Bij het op een wetenschappelijke manier naar 'de waarheid' zoeken komt men altijd op het zelfde uit. Daar spelen juist kwesties van convergentie. Een goed bewijs van dit verschil is dat wetenschappelijk onderzoek altijd zal leiden tot één waarheid en dat ontwerpen van een product altijd zal leiden tot een persoonsgebonden oplossing en dus vele soorten oplossingen kent.
Als we dat in een figuur uitbeelden zullen we de overeenkomsten tussen een product dat professioneel gemaakt is en een prototype dat door wetenschappers in elkaar is gezet kunnen zien binnen het 'wetenschappelijk verantwoord handelen'. Het ontwerpen & realiseren van een prototype is het oplossen van een probleem met een unieke oplossing: een werkend prototype te krijgen.
Het maken van een professioneel product is het aan een markt willen leveren van een verkoopbaar product. Een prototype is niet zo maar verkoopbaar en is ook niet zomaar dè oplossing van een concreet probleem in een concreet geval.
In bovenstaande figuur zijn vier soorten producten in vier verschillende settings te zien. Binnen de wetenschap worden prototypische producten gemaakt waarmee een bepaalde hypothese bewijsbaar moet worden gemaakt. Binnen de wereld van de professionele courseware- of filmmakers worden (professionele) producten gemaakt die commercieel een succes moeten zijn. Dat is iets heel anders. Immers als het geen commercieel succes is, is zo'n product of bedrijf gedoemd te mislukken. Binnen de wereld van de kunst of de vormgeving zoekt een 'kunstenaar' naar een unieke vorm of een uniek beeld wat hem in een klap beroemd maakt. Zijn ontwerpen komen geheel anders tot stand dan bijvoorbeeld toeristische houtsnijwerk uit Tirol of broddelwerk van iemand die leuk bezig is op therapeutische basis. Deze vier volkomen verschillende producten - en volkomen verschillende methoden van werken - kunnen in vier quadranten van één vlak worden weergegeven.
Voor alle duidelijkheid en naar mijn mening: Een prototype wordt lang niet altijd systematisch ontworpen en het ontwerpen en realiseren van prototypes gaat zelden of nooit op een kookboekachtige wijze. Het ontwerpen van een professioneel en/of commercieel product wel.
De indeling hierbij mag ook 'resultaat gericht' versus 'niet resultaat gericht' zijn. Of 'methode gericht' versus 'niet-methode gericht'. Of 'wetenschappelijk' bezig zijn versus 'niet wetenschappelijk' bezig zijn. 'Uitvinden' versus 'niet uitvinden'. 'Professioneel' versus 'niet-professioneel'. Hierbij moet voor ogen worden gehouden dat een 'vakman' geen 'professional' hoeft te zijn. Maar dat is weer een andere discussie.
Enschede, 1995; updated 2005.