Een dubbele agenda
De Europese top van regeringsleiders zou op 26 oktober 2011, na maanden van impotent overleg, naar eigen zeggen nou eens manmoedig knopen doorhakken, en zo de euro en daarmee de lidstaten van de EU als monetaire eenheid, van 'kopje onder' redden. Althans voor wie dat geloofde. En ook de met veel aplomb aangekondigde poging van 8 en 9 december van 2011, bleek een mislukte reddingsactie. De drenkeling ligt nog steeds te water, en is de verdrinkingsdood nabij. Op 9 december werd alleen het manhaftig besluit genomen dat zo'n eurocrisis nooit meer mocht voorkomen. Eens maar nooit weer. Maar over hoe dan de huidige crisis opgelost kon worden, geen woord! Niet toevallig, want de 'wijzen' weten heel goed dat een oplossing binnen het kapitalisme onvermijdelijk betekent een nog meer rigoureuze bezuiniging op de overheidsuitgaven en dus een opgevoerde uitbuiting van de bevolking van de lidstaten, van wie uiteindelijk de 'oplossing' moet komen. Er is eerst nog wat tijd nodig, zo moeten de regeringsleiders gedacht hebben, om (met behulp van onder meer de media), de bevolking te masseren en draagkracht te creëren, zodat zij zich strakjes zonder al te veel protest 'laat uitkleden', dit alles uiteindelijk ten behoeve van de financiële markten. En zo hebben die markten dan toch niet tevergeefs de crisis uitgelokt en hebben ze goed ingeschat hoe zeer ze daarbij konden rekenen op een onderdanige en kruiperige politiek. Sterker nog, het politieke besluit om in het vervolg begrotingen permanent strenger te controleren, betekent een blijvende aanval op de uitgaven voor sociale zekerheid, ook een hartenwens van het kapitaal. In dit deel een helpende hand voor die raad van politieke 'wijzen'.
De kern van de onmacht en de besluiteloosheid die jullie, Europese regeringsleiders - en trouwens bijna alle regeringen wereldwijd - nu al zo lange tijd aan de dag leggen als het gaat om een oplossing van de crisis die door de financiële markten bewust is veroorzaakt, moeten we zoeken in jullie dogmatisch, star, om niet te zeggen fundamentalistisch, geloof aan de markteconomie.
Waar in bepaalde godsdienstige overtuigingen er geen heil is buiten God, zo komt voor jullie, marktfundamentalisten, alle heil onvoorwaardelijk van de financiële markten. Zonder zogenaamd gezonde financiële markten komt er volgens jullie niet voldoende kapitaal ter beschikking voor een bloeiende en groeiende economie, en dat zal het volk merken. De vaart der volkeren komt tot stilstand of nog erger. Jullie eerste gebod is: dien de bancaire sector, de financiële markten, en dit opperwezen zal het volk gunstig gezind zijn.
Maar jullie probleem is hoe orde op zaken te stellen als de financiële sector is verziekt, als het door een losbandig leven de tering niet naar de nering heeft gezet, bewust en opzettelijk veel meer heeft uitgegeven dan er binnenkwam en dus opgezadeld zit met vele honderden of wellicht duizenden miljarden euro's/dollars schuld? Waar halen jullie het geld vandaan om deze haast bodemloze put, dat dit opperwezen is, te dempen? En wat kunnen jullie ondernemen tegen een financiële sector, die maar al te goed weet niet gemist te kunnen worden in een kapitalistische economie, en die deze machtspositie naar hartenlust en te pas en te onpas gebruikt om zich over de rug van de samenleving decadent te verrijken? Jullie zien maar één bron die dan echt zoden aan de dijk kan zetten: het volk, en de uitbuiting ervan, die jullie misleidend bezuinigen noemen.
Maar hoe ver kun je daarin gaan? Bij te veel uitbuiting gaat het volk morren en het gevaar is niet denkbeeldig - zie de protesten wereldwijd, onder meer in de Occupy-beweging - dat het van zijn geloof valt in het opperwezen: de markteconomie. Het zal zich van haar afkeren en geen offers meer brengen. Jullie (politieke) hogepriesters en dienaren van de markt zitten in een spagaat: jullie kunnen het volk niet eindeloos uitpersen. En dat niet uit compassie, maar omdat een te ver en te lang doorgevoerde uitbuitingsgraad het volk in opstand brengt en in armoede stort, waardoor de geldstroom van het volk naar de banken zal haperen. Hier stuiten jullie op een fundamentele tegenstelling van het kapitalisme: het enige, in ieder geval belangrijkste doel, de opzet en de bestaansreden van het systeem, is de eindeloze verrijking van de financiële markten - het kapitaal - , maar de uitbuiting van het volk kan niet ver genoeg opgevoerd worden om aan die noodzaak van een steeds verdergaande verrijking te blijven voldoen. Als het zover is, en dat is nu het geval, stokt het systeem en blijkt dat het vanaf het begin een doodgeboren kind was. Kiezen jullie - politici - voor het volk, dan gaat dat ten koste van de groei(dwang) van het kapitaal, kiezen jullie voor de laatste, dan is het volk het slachtoffer. Zie Griekenland. Dat is de spagaat waarin jullie je bevinden, en het ontbreekt jullie aan verbeeldingskracht om je daaruit op te richten. Welke oplossing jullie als Europese raad van politieke wijzen ook kiezen, altijd zullen jullie een oplossing ter tafel brengen, waarin het belang van het kapitaal het beste is gediend, over de ruggen van de bevolking
De onmacht van jullie, politici, is jullie geloof in de markteconomie. Alsof dit stelsel niet door mensen gemaakt is en dus ook verlaten kan worden, maar uit de hemel is komen vallen of een van nature onvermijdelijk gegeven is. Waar jullie een blinde vlek voor hebben is dat iedere geldeconomie, iedere economie die gebaseerd is op geld, leidt tot een fundamentele tegenstelling tussen volk en kapitaal, omdat dit kapitaal een steeds groter deel van de maatschappelijk geproduceerde rijkdom naar zich toe zal /moet sluizen - dus stelen - , ten koste van het welzijn en de welvaart van het volk. Dit is zo in het kapitalisme/markteconomie, dit was ook zo in het reëel bestaande socialisme. Een geldeconomie die dienstbaar is aan de ontwikkeling van het volk, is een contradictio in terminis, is in zichzelf tegenstrijdig. Het is niet alleen meer dan teleurstellend, maar vooral funest voor de gang van zaken in de wereld, dat jullie, politici, daar kennelijk geen oog voor hebben, en zo getuigenis afleggen van jullie diepgaand gebrek aan politieke bekwaamheid. De fundamentele oplossing is gelegen in een geldloze economie, in een economisch systeem waarin geen geld meer omgaat. Geld is geen noodzakelijke productiefactor. Het is om opportunistische redenen ingevoerd, voornamelijk ten gerieve van de kapitalisten. De werkelijke productiefactoren zijn grond(stoffen) en arbeid. Er zijn grond(stoffen) genoeg, knowhow ook, evenals mensen die de nodige arbeidskracht kunnen leveren, om voor iedere bewoner op de wereld nu en in de toekomst een redelijk welvarend leven mogelijk te maken, in respect voor de natuur. Voor zo'n redelijk welvarende wereld is niet méér nodig dan het bijeenbrengen van grond(stoffen), arbeid en knowhow. Kapitaal is niet nodig, banken kunnen we maar beter missen, geld moet de wereld uit. De financiële markten begunstigen niet de economische ontwikkeling. Integendeel, ze zijn als een roedel hyena's die hun prooi levend verslinden, en ter wille van een altijd maar meer decadente verrijking gewetenloos het leven op de planeet in steeds meer opzichten in gevaar brengen. Wij hebben geen banken nodig, zij zijn de plaag van de wereld. De dag dat het kapitaal wordt verdreven, kan de wereld weer beginnen aan een glorieus nieuw begin.
Het geld is uit de economie te verwijderen door het onmogelijk te maken om met inzet in het productieproces een inkomen te verdienen. Arbeid wordt gratis, aan de levering van grondstoffen kan geen geld meer worden verdiend, en omdat en wannéér dit zo is, hebben we ook geen kapitaal meer nodig om in het productieproces te investeren. In zo'n geldloze economie zijn alle productiemiddelen, goederen en diensten gratis. Er staat niets meer in de weg om voor welke behoefte dan ook van de mens en de natuur, grondstoffen, knowhow en arbeid bij elkaar te brengen en aan de slag te gaan. Wég is de belemmering dat er voor de realisering van dit alles te weinig geld is, omdat bijna alles richting financiële markten gaat. De enige belemmering die nog bestaat is de draagkracht van de natuur, die niet overschreden mag worden.
Ter wille van de natuur moet de consumptie beperkt worden binnen de draagkracht van de natuur en het milieu. Het instrument daarvoor in een geldloze economie is het persoonsgebonden periodiek budget. Het bestaat uit een bepaalde waarde, die voor iedereen vrijwel gelijk is, en die zo afgestemd is op de waarden van goederen en diensten, dat een consumptie mogelijk is die een relatief welvarend leven mogelijk maakt voor ieder nu en in de toekomst, zonder dat de draagkracht van de natuur geweld wordt aangedaan. Het budget wordt door de overheid periodiek overgemaakt. De waarde van het budget bestaat natuurlijk niet uit een traditionele geldwaarde. Geld is immers uit de economie gebannen. De waarde van een consumptiegoed wordt bepaald door de hoeveelheid vervuiling die ontstaat bij de productie ervan. De waarde van het budget wordt gevormd door een hoeveelheid 'vervuilingseenheden'. Een goed of een dienst kan worden geconsumeerd, aangeschaft, door inlevering van een hoeveelheid vervuilingseenheden die overeenstemt met de hoeveelheid vervuiling ontstaan tijdens de productie van het beoogde goed of dienst. Voor een dienst, bijvoorbeeld, waarvan de productie zeven eenheden vervuiling heeft opgeleverd, levert de consument zeven vervuilingseenheden uit zijn budget in. Zeven eenheden worden van zijn budget afgeschreven, en verdwijnen dan ins blaue Hinein. Dat wil zeggen dat die eenheden niet worden bijgeschreven op het budget van de dienstverlener of verkoper. Die allen hebben immers ook de beschikking over hun budget waarvan ze leven.
Hoe hoger de vervuiling, hoe meer vervuilingseenheden van het budget afgeschreven zullen worden. Een uitzondering kan gemaakt worden voor goederen en diensten die een hoog maatschappelijk goed vertegenwoordigen. Zo kunnen bijvoorbeeld (gezondheids)zorg, onderwijs en openbaar vervoer buiten het budget gehouden worden en gratis ter beschikking gesteld worden.
Productiemiddelen - gebouwen, machines en dergelijke - worden door iemand die wil ondernemen bij een overheidsinstantie aangevraagd, die een totaaloverzicht heeft en een oordeel kan vormen over de wenselijkheid ervan. Bij toestemming krijgt de ondernemer die middelen gratis ter beschikking gesteld. De ondernemer weet dat hij daar geen geld mee kan verdienen. In een geldloze economie is geld geen prikkel meer, en vervangen door persoonlijke ambitie om te ondernemen en de ijver het algemeen belang te dienen.
De zegeningen van dit alternatief zijn groot. In het algemeen: alle besluiten en handelingen voor het welzijn van het volk, die in het kapitalisme afwezig blijven vanwege het eeuwige geldgebrek, zijn in dit alternatief mogelijk. Ieder kan in het arbeidsproces ingezet worden; werkloosheid bestaat niet meer; van de wieg tot het graf is inkomen verzekerd door het periodiek budget, problemen met pensioen, aow, uitkeringen etc, zijn er niet meer. Imperialistische oorlogen bestaan niet meer omdat ze niet 'lonend' meer zijn. Belastingen kent men niet meer, evenmin als rente. En niet in het minst: het leven op de planeet en de natuur worden niet langer meer bedreigd omdat de consumptie blijft binnen de draagkracht van het milieu.
Dit adres aan jullie, Europese regeringsleiders, is een verkorte herhaling van onze uiteenzetting eerder in dit boek. En dat is geen overbodige herhaling. Want soms kun je namelijk nooit duidelijk genoeg zijn, bijvoorbeeld voor jullie politici. Van links tot rechts zijn jullie bijna allen fanatieke marktfundamentalisten, neoliberalen dus, en wars van economische alternatieven die werkelijk zoden aan de dijk kunnen zetten. De akkoorden en de maatregelen die jullie op de afgelopen EU-top van 25 en 26 oktober en van 8 en 9 november hebben genomen om de economische crisis te beteugelen, leggen daar ook getuigenis van af. Een akkoord vol gaten, scheuren en vaagheden als het gaat om de welvaart van Griekenland en andere volken van EU-landen, maar dichtgetimmerd met het oog op het belang van de banken. Zij hoefden volgens jullie aanvankelijk effectief voor maar 28% van de Griekse schulden af te waarderen. Later ontzagen jullie de banken zelfs helemaal en mochten ze van jullie de totale schuld in rekening brengen. Voor het overige is het business as usual: de lidstaten van de EU blijven het station via welke de steun naar de banken wordt doorgesluisd, en voor wie juist die mensen die geen enkele bijdrage aan de crisis hebben, zwaar moeten boeten. Een volstrekt immorele en onverdraaglijke politiek, waarvoor wij in dit boek op een alternatief hebben gewezen. Uiteindelijk zijn het belangrijkste deel van de problematiek niet de lidstaten, maar het neoliberalisme, dat de waakhond is van de belangen van de aandeelhouders en de financiële markten: 'wie heeft zal worden gegeven, en wie niet heeft zal nog ontnomen worden wat hij heeft.' Dat is jullie neoliberaal, immoreel, verderfelijk, duivels en onverdraaglijk devies! Als jullie, neoliberale politici, niet gauw jullie lesje leren, moeten jullie niet verbaasd zijn dat het volk niets anders rest dan jullie je legitimiteit te ontnemen en vervroegd met pensioen te sturen, of tewerk te stellen op plaatsen waar jullie geen schade kunnen aanrichten, tot heil en redding van de planeet en haar bewoners. De acties van de volken in de Arabische wereld en van de Occupy-beweging bijna wereldwijd, zijn een teken des tijds dat de neoliberale arrogantie en verdorvenheid, en de per definitie en in zichzelf criminele financiële markten, ook beleggers en speculanten, hun tijd hebben gehad.