CURSUS MET DEMONSTRATIES
Java-applets en Javascripts: tools, techniques & libraries
9 mei 2001
12.35 - 13.40 uur
(software technisch)
Collegezaal L213 - Toegepaste Onderwijskunde
Enschede

DYNAMISCHE WEB-SITES

II

JavaScript & Java
(Methoden en Technieken)

IDEEEN, CONCEPTEN EN PROTOTYPEN

Web technologie

dr. ir. Rik Min
leermiddelen onderzoeker

Ontwerper / Ontwikkelaar
Universiteit Twente - Faculteit der Toegepaste Onderwijskunde
in samenwerking met ir. Jan de Goeijen, Dinkel-instituut
Postbus 217; 7500 AE Enschede
E-mail: .....utwente.nl
Web-site: .....utwente.nl/min

Key-words: technologie, applets, Java, JavaScript, scripts, javascripts, (losse) elementen, (losse) componenten, hergebruik, libraries, sjablonen, templates, 'building blocks', events, 'intelligentie', smart, smart scripts, prototypes, doing-environments, working-environments, learning-environments, leermiddelentechnologie, spin-off, etc.


Abstract

Deze keer wil ik ingaan op methoden en technieken rondom javascript en java. De vorige keer hebben we drie voorbeelden gezien die gemaakt waren met 'WebLib' en 'SimLib' en waarnbij we de kracht van losse applets en slimme scrips toonden. Nu willen we - op eenvoudige wijze - de technieken achter de slimme javascripts bespreken.

Wij zijn de afgelopen drie jaar - ten behoeve van het onderwijs - bezig geweest - en nog bezig - met een nieuwe didactiek voor het onderwijs in de software engineering (web-based).

Jullie kennen de 20/80-regel en weten dat je op drie fundamenteel verschillende wijze web-software kan maken: met systemen (zoals DreamWeaver), met auteurs-talen (HTML) en met hogere programmeer- of scripting-talen (Java of JavaScript). Die 20/80-regel zegt dus feitelijk dat hogere programmeertalen of script-talen altijd nuttig blijven. Vooral voor onderzoeker die eigenlijk altijd wel iets specifieks willen.


Spanningsveld


Onderwijskundigen bevinden zich tussen de vak-inhoudsdeskundigen enerzijds en tussen de informatici, technici en programmeurs anderzijds. Dat geeft grote problemen.

Een PhD-student, AIOer en/of promovendus niet. Die moet van alles een beetje hebben; zeker binnen zijn project krijgt hij heel intensief met van alles te maken.

Een wetenschapper maakt geen commerciele producten. Een wetenschapper maakt alleen producten - en dus prototypen - om iets aan te tonen.


Prototypen vs. Producten


Er zijn vier fundamenteel verschillende soorten producten te onderscheiden:
  • Methodisch ontworpen versus Niet-methodisch ontworpen
  • Wetenschappelijk verantwoord versus Niet-wetenschappelijk verantwoord

    Onderzoekers maken prototypes en meestal geen commercieel toepasbaar product






  • Doel

    Doel van deze bijeenkomst ....


    Eerste serie voorbeelden

    Drie introductie voorbeelden van slimme javascripts

    Toets (prototype; 2000). Een voorbeeld van de kracht van javascript. (Gemaakt met 'WebLib')

    Datumvermelding bekijken (prototype; 1999 - 2001), een voorbeeld van .... gemaakt met 'WebLib'.

    Simulatie met losse onderdelen (met het model 'CARDIO'), een voorbeeld met slimme javascripts en enkele gewone, eenvoudige applets (uit 'WebLib').

    - o -

    De mails die u op uw eigen PC als feedback binnenkrijgt, kunt u gewoon met Outlook openen en lezen, en zien er dan bijvoorbeeld als volgt uit: respectievelijk:

    Dus: soms zelf bouwen

    Bouw dan met building blocks

    (Het is vaak niet nodig om complexe systemen te bouwen)
    (voor onderzoekers)




    Applets & Events


    Onze applets kunnen events afgeven: bijvoorbeeld de slider in 'Koopkracht', maar ook andere applets. Onze applets kunnen op events reageren: bijvoorbeeld 'Maurice'.

    Koopkracht. In dit voorbeeld zie/zag je sliders die events afgeven.

    Maurice. In dit voorbeeld zie je applets die events afgeven en bepaalde videofragmenten kunnen opzoeken.


    Libraries downloaden

    Downloaden van Weblib en SimLib

    Javascripting en applet-gebruik
    (een online cursus voor onderwijskundigen en/of onderzoekers)




    Waarvoor?

    Gewone web-sites (0e orde courseware) JA

    Web-based courseware (1e orde courseware) NEE

    Embedded web-based leermiddelen (2e orde courseware) JA




    Andere voorbeelden

    Voorbeeld (Gemiddelden berekenen en weergeven). Het voorbeeld laat zien hoe je kunt assembleren en web-sites modulair kunt opbouwen. Je kunt de berekeningen, zoals voor het gemiddelde, de afwijkingen of voor de deviaties, in javascript neerzetten en dus de hele techniek zelf onder controle houden. (Met 'WebLib'.)

    Voorbeeld met java, een voorbeeld van een eenvoudig zelf te maken applet.

    - o -

    Voorbeelden (Javascripting en applet-gebruik), het practicum Productie van Onderwijssystemen. Universiteit Twente.

    Voorbeelden (grafische output), een serie van 6 voorbeelden met slimme en domme onderdelen en hoe je kunt assembleren en web-sites modulair kunt opbouwen. (Met 'WebLib'.)

    Voorbeelden (javascripts en applets), een serie van 24 voorbeelden met slimme en domme onderdelen en hoe je kunt assembleren en web-sites modulair kunt opbouwen. (Met 'WebLib' en 'Simlib'.)


    Conclusies & Discussies

    Complexe systemen versus modulaire systemen?

    Integreren versus assembleren?

    - o -

    Complexe applets maken met sjablonen ('SimLib')

    Losse eenvoudigere applets aansturen via javascript ('WebLib')

    - o -

    Meer werken met building blocks

    Meer werken met events (van applet naar applet)

    - o -

    Discussie-punten:

    Voorbeeld van Dinkel met deze technieken

    Voorbeeld van extra window met deze technieken

    Voorbeeld met DHTML

    Overige discussie-punten:

    Probleem: Zelf doen versus niet zelf doen.
    Probleem: Als Java ooit verdwijnt conversie naar opvolger makkelijk.
    Probleem: OO meerdere instaniaties van zelfde object laten zien?
    Probleem: Informatie loggen en naar server sturen
    Probleem: Applets inbouwen in library voor UT/TO. (Geen probleem)
    Probleem: deskundigen kunnen onafhankelijk aan onderdelen werken. (Geen probleem)

    support JS documentatie

    Probleem: Waarom geen DHTML? combinatie js/java handiger omdat dynamische zaken naar het beeldscherm via JAVA gaan. Dit is onafhankelijk van JS. Je kunt makkelijk stukken vervangen. In DHTML is het vervangen moeilijker.




    Referenties

    Min, F.B.M., (1999). Interactive Micro-worlds on the World Wide Web. Int. J. of Continuing Engineering, Education and Long-life Learning, vol.9, no.2/3/4, p.302-314, ISSN 0957-4344.

    Min, F.B.M., (1998). Digitale leermiddelen in een wereld van zappen en zoeken. Proceedings van de Nationaal seminar 'digitalisering van leermiddelen', in samenwerking met New Book Economy - Building Informatica Society (NBE - BIS) en Hogeschool van Amsterdam, Faculteit Economie en Informatie. ISBN 90 75064 06 3.

    Min, F.B.M., en J. de Goeijen (2001). Javascripting en applet-gebruik. Een cursus voor Toegepaste onderwijskundigen / leermiddelenspecialisten. Universiteit Twente.

    Min, F.B.M., en J. de Goeijen (2001). Auteurssystemen versus hogere programmeertalen. Uit een serie sheets van een cursus voor Toegepaste onderwijskundigen / leermiddelenspecialisten. Universiteit Twente.

    Min, F.B.M., (2001). Een voorbeeld van een simulatie: ECONOMY. Een prototype van de projectgroep 'computersimulatie als leermiddel'. Universiteit Twente.

    Enschede; 27 apr 2001; updated 8 mei 2001 en 2020

    Home: ......utwente.nl/..
    (met toegang tot vele sites, o.a. site '21', deze site)
    E-mail adres Rik Min: ...@...utwente.nl