De meest grote tegenstelling in deze maatschappij is die tussen de bezitters van de productiemiddelen (en het kapitaal) en diegene die door werken hun brood moeten verdienen (de werkenden). Dit veroorzaakt een permanente strijd: de klassestrijd. Oorzaak: belangentegenstelling; gevolg: strijd. Een communist weet oorzaak en gevolg goed te scheiden. Soms als de spanningen zo hoog oplopen ontstaat er een revolutie. De afgelopen tien jaar hebben we tientallen echte revoluties de revu zien passeren.
De huidige maatschappij is complexer. Er is tegenwoordig in elk land een middenklasse. Een individu uit de middenklasse heeft inkomen uit arbeid en (vaak) inkomen uit bezit, aandelen, pensioenfonds, e.d. Dat spanningsveld begint dus al bij het individu. Vele middenklassers zijn dus daarom al geen lid meer van een vakbond. Ze hebben meer belang bij het stijgen van de AEX index. Een individu kun dus deels kapitalist zijn; deels gewoon behorende tot het prolatariaat, deel bourgeois. In zijn lijf kloppen dus twee harten die om aandacht trekken. Geen wonder dat er verknipte figuren op de wereld rondlopen die niet meer weten wat hun belang is. Of wel?
Marx had om het spanningveld compleet te krijgen eigenlijk de integraalrekening moeten toepassen. Dan had hij kunnen zien of kunnen uitrekenen (door "de integraal van nul tot 16 miljoen of op wereldschaal: 6 miljard uit te rekenen") wat de totale klassebelang zou zijn en hoe dat belang om tot de loonafhankelijken te behoren, dwars door de middenklasse zou lopen. Vandaag de dag - en in de huidige democratieen is dat goed te zien, kiest de middenklasse vaak de kant van de bezittende klasse en soms de kant van de strijders om hogere loon.
De wereld in de tijd van Marx was relatief veel overzichtelijker dan momenteel. In deze tijd is er een veel grotere groep die een aandeel in de productiemiddelen heeft. Er zijn vele burgers in burgerlijke landen die aandelen hebben of een eigen huis. Er zijn ook veel mensen aangesloten bij een pensioenfonds welke voor hem "voor later" belegt in aandelen, obligaties of huizenbezit. Eigenlijk moet men 'de integraal nemen' over al die soort verschillende belangen en het feitelijke krachtenveld berekenen.
Het verschil tussen het kapitalistische en het socialistische systeem is simpelweg dat de 'bezittende klasse' gemakkelijk de door de werkende klasse geproduceerde meerwaarde kan inpikken. Het kapitaal accumuleert ergens in een kluis op een Zwitsere bank. Dat is eigenlijk nog maar het begin van het verhaal. Het allervervelendste van deze zaak is dat daardoor de koopkracht van de mensen afneemt --> de crisis neemt toe --> en men investeert al minder en minder.
Vooral dit laatste schema maakt op basis-scholingen en symapisanten-scholingen altijd indrukwekkend duidelijk dat kapitalisme een voor de werkende klasse rampzalig accumulatie-probleem heeft. Niet alleeen is de accumulatie van kapitaal voor de werkende man rampzalig - hij krijgt immers niet wat hij verdiend - maar het is ook rampzalig voor de kapitalisten zelf. Hun economie stagneert en hun eigen bedrijvigheid dondert steeds weer in elkaar. (Zie het verhaal van de watertank; elders op deze site.)