OPEN BRIEF AAN COLLEGE VAN BESTUUR

Wed, 17 Feb 1999 14:54:55 GMT+100

Geachte heer van Vught, beste Frans,

Lang, lang geleden hadden wetenschappelijk medewerkers en/of universitaire docenten - zoals ze tegenwoordig heten - een taakverdeling van 40 procent onderzoek, 40 procent onderwijs en 20 procent bestuurlijke en/of andere taken.

Tegenwoordig mag je blij zijn dat je een afstudeerder hebt die leuk onderzoek voor je doet of dat je en AIOer 'mag' begeleiden of in het weekend en/of in je eigen tijd zelf iets mag of kan onderzoeken en - ten koste van je huwelijk - een artikel ergens over kan schrijven.

Waarom houden we toch nog steeds de schijn op als zouden we wetenschappers zijn. We zijn als UD, UHD of HL verworden tot lesboeren. We mogen doceren met andermans werk of andermans boek. En we mogen in onze eigen vrije tijd publiceren en onderzoek doen.

Ook mogen we niet meer lesgeven zoals we dat zelf het beste vinden. Onze vakken worden achter onze rug om verhandeld en verkwanseld.

Zo kan het niet langer. De wetenschappelijke staf moet weer centraal komen.

Ik hoop dat het managment hun prioriteiten eens goed afstemd met die van ons. Zo langzamerhand begint het managment te lijken op die van de Arena: men heeft een prachtig gebouw met alles er op en eraan, maar men is vergeten een goede grasmat te maken waarop wij, de voetballers - de wetenschappelijke staf - de wedstrijd moeten maken en winnen. Als wij geen kans krijgen om onze functies uit te kunnen oefenen loopt het publiek (de instromende studenten) dus wel langzaam weg.

Met vriendelijke groeten,

Dr. ir. F.B.M. (Rik) Min,

Enschede, febr. 1999.