Weergavevormen bij model-driven computersimulaties

Om een simulatie als leermiddel op een computer te kunnen gebruiken heb je een zorgvuldig gekozen mooi vormgegeven weergavevorm nodig. Meestal een animatie. Vaak een 'groeiende grafiek' waar je heel lang naar kunt kijken en waarbij je tijdens de run rustig over iets kunt nadenken. Wij hebben op de Universiteit een aantal universele computersimulatiesystemen voor voor het maken van simulaties als leermiddel ontwikkeld waarmee tientallen soorten weergavevormen kunnen worden gekozen en gebruikt. (Zie elders.) Er zijn allerlei soorten weergavevormen. De belangrijkste indeling van de soorten zijn weergavevormen die statisch, dynamisch, bewegend of scrollend zijn. Bij dynamische weergavevormen heb je weergavevormen waar allerlei 'bewegingen van plaats' plaatsvinden en die waar geen 'bewegingen van plaats' plaatsvinden ('statische animatie') (Min, 1986).

Algemeen


Fig. 1. De verschillende soorten weergave-vormen. Er zijn vier fundamenteel verschillende soorten weergavevormen: 'statische', 'dynamische', 'groeiende' en 'scrollende' weergave-vormen.


Fig. 2. De dynamische ('animatie') (links) versus de 'groeienden' (rechts).


Fig. 3. Elke weergave-vorm kan (natuurlijk een eigen (statische) background hebben; meestal een bitmapped foto of afbeelding. Soms kan een background dynamisch zijn, bijvoorbeeld een lineaire animatie; een video-opname; een andere soort animatie; etc.

Weergavevormen


Fig. 4. Variabelen weergeven met een decimaal tellertje.


Fig. 5. Variabelen weergeven met een (meebewegend) histogram


Fig. 6. Variabelen weergeven met een draaiend metertje.


Fig. 7. Variabelen weergeven met een groeiende grafiek (binnen een kader).


Fig. 8. Variabelen weergeven met een groeiende grafiek (met verschillende kaders) (hier 2 stuks)


Fig. 9. Variabelen weergeven met een groeiende grafiek (met verschillende kaders) (hier 4 stuks).


Fig. 10. Variabelen weergeven met een groeiende grafiek (met goede schaalverdeling) (hier 2 stuks).


Fig. 11. Variabelen weergeven met een (aantal) groeiend(e) histogram(men) (binnen één kader).


Fig. 12. Variabelen weergeven met een groeiend histogram (met verschillende kaders).


Fig. 13. Variabelen weergeven met een (groeiende) tabel met getallen.


Fig. 14. Variabelen weergeven in het zogenoemde 'fasevlak', waarbij de variabele x(t) langs de horizontale as loopt, en de variabele y(t) langs de vertikale as loopt. Dan krijg je hele vreemde figuren.

Voorbeelden


Fig. 15. Een voorbeeld van een aantal groeiende grafieken binnen een kader. (PEKEL ZUIVERING, 1992)


Fig. 16. Een voorbeeld van een aantal verschillenden soorten weergave-vormen binnen een applicatie en ook nog in verschillende windows. (STREMMEN, 1997)