Index

accumulatie, hst 4
andersglobalisten, hst 2
arbeid, inleiding en hst 1, 3, 4
arbeider, voorwoord, inleiding en hst 1, 3, 4, 11
arbeidsloos inkomen, hst 10
arbeidsongeschiktheid, hst 1
begrippen uit het marxisme, in diverse hoofdstukken
beheer is anders, hst 3, 9
bestuur en beheer zijn anders, hst 3, 9
bewustzijn (zie ook het ‘zijn’), hst 2
bourgeoisie, in m.n. hst 5
burgerlijk, hst 5
burgerlijke democratie hoeft men slechts 51% tevreden te stellen, hst 2
China als socialistisch land en met industriële zones, hst inleiding
China, m.n. hst 9
communisme, hst 2
context van begrippen uit het marxisme, bijlage 2
crisis, hst 1
Cuba, m.n. hst 9
deelkapitalist, hst 5
democratie, hst 4
dictatuur, hst 4
draait het om het kapitaal of draait het om de arbeid?, hst 2
duur geld, hst 4
economische crisis, voorwoord
eigenaar, voorwoord
goedkoop geld, hst 4
groei (economische groei), hst 4
grondrente, hst 6
handhaven van socialisme is het moeilijkste, hst 3
hegemonie, hst 7
hoofdtegenstellingen, hst 4
imperialisme, hst 7
investeren, m.n. hst 7
investeringscrisissen, hst 7
kapitaal en arbeid, hst 3
kapitaal, voorwoord
kapitaalaccumulatie, hst 4
kapitaalrente, hst 6
kenmerken socialisme, m.n. hst 10
kenmerken van socialisme 2.0, hst 10
klassen, hst 5
klassenstrijd, hst 4
klassenverdeling in het feodalisme, hst 5
klassenverdeling in het kapitalisme, hst 5
klassenverdeling in het socialisme, hst 5
klassenverdeling, hst 5
koopkracht, voorwoord
Koude Oorlog, hst 7
loon en arbeid, voorwoord
maatschappijvormen, hst 4
maffiamethoden, hst 7
marktmechanismen, hst 7
marxisme als wetenschap, hst 9
marxisme, o.a. hst 2, en bijlage 2
materiële belangen liggen anders in het socialisme, hst 2, 10
mechanismen (economische), hst 7
meerwaarde terugploegen, hst 3
meerwaarde, bijlage 2
middelen van bestaan, voorwoord, hst 1
moreel van de masse, hst 7
nationale financieringskapitaal, hst 1 en 9
ondermijning, hst 7
ondernemen in het kapitalisme, hst 8
ondernemen in een socialistisch land, hst 8
ondernemen, hst 8
oorlog, hst 2
parabel, bijlage 1
parttime aandelenbezitter - parttime werkende klasse (working class), hst 5
parttime bezittende klasse - parttime loonafhankelijke, hst 5
parttime bourgeois - parttime proletariër, hst 5
parttime kapitalist - parttime loontrekkend, hst 5
potjes leegeten, hst 7
proletariaat, m.n. in hst 5
proletariër, m.n. in hst 5
rechtse senatoren (in de USA), hst 1, hst 11
rente (het begrip 3, 4 of 5 procent rente in socialistische maatschappij), diverse hoofdstukken
rente van grond, hst 6
rente van kapitaal, hst 6
rente, hst 6
rentenieren, hst 4
rol van het spaargeld, hst 1
rol van het spaargeld, hst inleiding
rol van ondernemers, hst 1
samenlevingen, hst 4
sociaaldemocraten, hst 2
sociaaldemocratie, hst 2
socialisme 2.0, hst 2, 10
socialisme en de socialistische maatschappij, inleiding en vooral hst 10
spaargeld, voorwoord, hst 7
spanningsveld, hst 4
stagnatie, bijlage 1
terugploegen van alle meerwaarde, hst 3 en vooral 4
terugploegen, voorwoord, hst 4
trotskisten, hst 2
twee soorten inkomen, hst 10
verdeling, voorwoord
vertelling, ook: parabel, bijlage 1
verzorgingsstaat is geen socialisme, hst 1
volksdemocratie, hst 4
volkskapitalisme, hst 4
waar, bijlage 2
waarde, bijlage 2
wereldwijde economische crisis, hst voorwoord
werkloosheid, hst 1
wetenschap (marxistische), hst 9
winst, o.a. hst 3 en bijlage 2
zijn (het) bepaalt je ‘bewustzijn’, hst 2
Zwitserse bank (de plek waar ‘geld werkloos ligt te liggen’), hst 3 en vooral hst 4