Lopen op modeshow en lopen in het dagelijks leven

      In september werd ik gevraagd een jurk van beeldend kunstenaar Annette Krijnen te showen op de modeshow van Pimpy Fashion tijdens de Culturele zondag in Enschede. Dit was leuk om te doen en ik kreeg veel complimenten voor mijn houding en manier van lopen.

      Bij een modeshow loop je natuurlijk anders dan in het dagelijks leven. Toch zijn er overeenkomsten: je bewegelijkheid, het gebruik van je bovenbenen, de manier waarop je je voeten gebruikt en de vorming van de spierketting. Lopen wordt zo een bezigheid die nauwelijks inspanning kost. Natuurlijk vraagt dit oefening. Je kunt dat lopend, maar ook staand, zittend en zelfs liggend doen.

      Weerstand en spanning
      Je lichaam maakt bij elke pas contact met de aarde en deze weerstand maakt dat er spanning ontstaat. Er is geen beweging waarbij het bloed zo krachtig en gelijkmatig van zuurstof wordt voorzien en naar alle cellen wordt getransporteerd. Alle dwarsgestreept spieren en ook het hart worden op een gelijkmatige wijze geactiveerd.

      Aandachtspunten
      Loop rechtop met een rechte rug en lange nek.
      Denk aan de rechte hoek bij de hals en de kin. Denk dat je een hoed of een boek op je hoofd draagt.

      Ritmisch en verend lopen
      Het ritmisch lopen bereik je door met je armen zacht en heel klein mee te zwaaien. Dit doe je tegengesteld: li been, re arm en omgekeerd.
      Het verend lopen bereik je door je voetsteunpunten te gebruiken. Door de weerstand strekt je lichaam zich. Intensiveer dit door je ‘lang te denken’: voetsteunpunten naar de grond het hoofd/kruintje omhoog (denk dat je een grote hoed op hebt). Intensiveer de beweging door het strekken van je handen.

      Spel standbeen en speelbeen
      Het lopen is een afwisselend spel tussen het standbeen (been waarop je staat) en het speelbeen (been wat opgetild wordt). Strek bewust de knie en het heupgewricht van het standbeen.

      Gebruik voetsteunpunten

      Om je bovenbeen op te tillen, veer je je voetsteunpunten van je standbeen naar de grond. Het andere been wordt makkelijker opgetild.
      Als de voet wordt neergezet, raakt eerst het hielsteunpunt de grond, dan de buitenste voetrand, het kleine- en het grote- teensteunpunt, en als laatste wordt de grote teen op de grond gelegd. Met de grote teen zet je je vervolgens af voor de volgende stap.

      Bovenbeen omhoog, knie naar knie
      Het lopen wordt vanuit de heupen/bovenbeen geïnitieerd. Als het bovenbeen wordt opgetild, draait de voorvoet iets naar binnen. In de lucht wordt een kleine draaiing gemaakt, knie naar knie, en draait de voorvoet weer iets naar buiten. Hierdoor gaan de knieën weer iets uit elkaar en wordt het beken smal.

      Grootte passen en neerzetten van de voeten

      Zet de voeten iets voor elkaar neer, als blaadjes aan een tak.
      Pas je passen aan aan je lichaamsbouw. Maak stappen niet groter dan je bovenbeen lang is.

      De verbinding tussen voeten en hoofd is de basis van ismakogie
      De voetsteunpunten zetten de vorming van de spierketting in beweging. Alle spieren tot aan het puntje van de neus worden hierdoor geactiveerd en gaan samenwerken.

      Voel wat lopen in je lichaam doet. Loop ook eens achteruit.

      Graag hoor ik je ervaringen.

      Klik voor de praktijkgegevens op:

      Terug