8 De vroege aanvallen op de Sovjet-Unie

Rik Min

In dit hoofdstuk kijken we terug op de gebeurtenissen in Boedapest (1956) en Praag (1967). Als we met de kennis van vandaag een analyse maken van die gebeurtenissen en het krachtenveld waarin die zich voltrokken, dan zien we dat ook toen al het Pentagon eropuit was de communisten in een val te laten lopen. Men wilde iets uit te lokken om ze daarna te kunnen demoniseren. Ook toen was er al een opgefokt krachtenveld voor het uit de tent lokken van communisten, vergelijkbaar met het uit de tent lokken van de grondtroepen van de Sovjet-Unie in 1979 in Afghanistan. Het doel van het uitlokken was de woede van het Sovjetleger zo groot te maken dat dat een zo gewelddadig mogelijke tegenreactie zou volgen. Daarom ging het de terroristen vaak om het afsnijden van de kelen van Sovjetsoldaten. Dat hitste ze het meest op. Vervolgens kon men de communisten in de pers heel gemakkelijk als barbaren neerzetten, terwijl de echte barbaren anoniem bleven.

Alle opzienbarende gebeurtenissen in de wereld waar linkse regeringen vielen of bevrijdingsbewegingen verloren sinds 1946, hebben een uitlokkingscomponent: het Tonkin-incident, Soeharto in 1964, Saddam die Koeweit werd binnengelokt, et cetera. De geschiedenis van de Verenigde Staten vanaf 1946 zit er vol mee.

Hongarije 1956 en Praag 1967/1968 opnieuw geanalyseerd

Wat gebeurde er in 1956 feitelijk in Hongarije en in Boedapest? Er was rond 1956 in Boedapest een progressieve regering, die vastberaden was het kapitalisme niet weer in te voeren. Hongarije had daarbij een voor die dagen volstrekt normaal vriendschapsverdrag - van wederzijdse steun - met de Sovjet-Unie. Dat verdrag was democratisch tot stand gekomen en dus wettelijk. West-Europese landen hadden die vriendschapsverdragen ook, maar dan met de Amerikanen. Sterker nog, de Amerikanen hadden de West-Europese landen volkomen in hun macht en letterlijk overruled met hun overal opgeslagen atoomwapens. In deze context werd via burgerlijke en militaire radiozenders, Stichting Oostpriesterhulp, Reader’s Digest en het familieweekblad Katholieke Illustratie - om maar wat te noemen - de bevolking aangepraat dat socialisme niets was en dat kapitalisme zo’n beetje het beste was dat je kon krijgen. Middengroepen in de grote steden in Hongarije waren daar best van onder de indruk en sommige arbeiderskinderen en -vrouwen ook.

In Tsjecho-Slowakije was tien jaar later ook zo’n situatie gecreëerd. Wat gebeurde er in 1968 feitelijk in Praag? Door de wapenwedloop was er vaak geen geld om luxe goederen te produceren, dat gaf problemen bij de bevolking. De bevolking morde. Vooral de middenklasse kon op een gegeven moment geen solidariteit en loyaliteit meer opbrengen. Dat was natuurlijk precies waar het Pentagon op uit was. Daarbij moest veel van het zuur verdiende geld - door de spanningen die door het Westen in het kader van een wapenwedloop werden opgeroepen - ook nog eens naar het leger toe. Dat maakte dat het besteedbaar inkomen van de bevolking laag was.

Niet alleen in Hongarije en Tsjecho-Slowakije waren er vanbuiten ingebrachte spanningen. In de rest van de wereld ging Amerika in deze periode ook gewoon zijn gang met het stilletjes of minder stilletjes elimineren van progressieve leiders en progressieve bewegingen: Perzië, Korea, Indonesië, Congo...

Perzië 1953

Perzië, het Iran van nu, was rond 1953 een redelijk normaal land met een redelijk democratisch bewind. Bij de parlementsverkiezingen in 1943-1944 kreeg de communistische partij, de Tudeh-partij twintig procent van alle stemmen. Zij was daarmee de grootste partij in Perzië. Perzië maakte van 1943 tot 1953 een gestage democratische ontwikkeling door. In 1953 werd ‘de invloed van de Sovjet-Unie’ in de ogen van de USA te groot, en werd de democratisch gekozen regering van Mossadeq uiteindelijk door intriges en rechtstreekse bemoeienis van de USA afgezet. Op zijn plaats ‘benoemden’ de USA en de CIA de autoritaire sjah Reza Pahlavi. Zijn geheime dienst, de Savak, was de meest fascistische club die ooit in het Midden- Oosten heeft geopereerd. Perzië is een van de vele voorbeelden van de manier waarop de Amerikanen hele regio’s voor tientallen jaren politiek volledig verzieken door gezonde ontwikkelingen, emancipatiebewegingen en bevrijdingsbewegingen in de kiem te smoren en ‘bevriende dictators’ aan de macht helpen.

Wat gebeurde er namelijk daarna? De opstand van de bevolking in 1997, geleid door de toen volledig onbekende ayatollah Khomeini, die dat in volle harmonie deed met onder andere de communistische Tudeh-partij, leidde tot de val van de sjah van Perzië, Reza Pahlavi. Door al deze positieve ontwikkelingen leidden de reacties ook wel eens tot overreactie. Wat gebeurde er? Khomeini vermoordde na enkele maanden - volkomen onverwacht - bijna alle kaders en leden van de communistische partij, en wekte tevens om heel andere redenen de haat op van de Verenigde Staten, Israël en Saoedi-Arabië. Deze drie vonden elkaar in een waanzinnig monsterverbond, met de bedoeling een geheime oorlog tegen de (inmiddels) moslimstaat Iran te beginnen. Natuurlijk om de olie, maar Israël had nog een ander motief, dat moge duidelijk zijn. Hoe ze te werk gingen was onvoorstelbaar smerig. Ze stookten hun ‘vriend’, of ‘minder erge vijand’, Saddam Hoessein van Irak, op om Iran kapot te maken. Maar wel zodanig dat Irak er ook zwakker van werd. Twee vliegen in één klap. Israël zag dit alles met graagte gebeuren [1]. De Israëlische geheime dienst, de geheime dienst van de USA en de Perzische geheime dienst leerden elkaar alle smerige trucs die ze kenden. Dit monsterverbond in deze proeftuin heeft nog tientallen jaren doorgekankerd. De rijkdommen van Iran werden vernietigd. Na bewezen diensten werd Saddam Hoessein ook in de val gelokt: Koeweit. Daarmee werden Sadam Hoessein en de rijkdommen van het Irakese volk ook kapot gemaakt. Saddam Hoessein en Irak bleven echter de Palestijnen steunen. Dat deden ook het regime van de Iraanse ayatollahs en het Iraanse volk. De Golfoorlog die volgde, was enorm vernietigend [2].
De haat van de USA, Israël en Saoedi-Arabië werd er niet minder om. Hoewel ze alle drie andere motieven hadden, hebben ze vanaf 1953 voortdurend samengespannen om de invloed van de lokale communistische partijen, de progressieve bewegingen en de Sovjet- Unie in het Midden-Oosten met geheime en minder geheime acties te elimineren. Het kenmerk ervan was misleiding van alle westerse volkeren, inclusief misleiding van de bevolking van de Verenigde Staten zelf. De ophitsing van de drie bevolkingsgroepen in Irak, de Koerden, de Sjiieten tegen de Soennieten, kent zijn weerga bijna niet. Alleen de smerige ophitsing van de Kroaten, de Bosnische moslims en de Albanezen tegen Milosevic, om Joegoslavië in zes of meer zwakke staatjes uiteen te laten vallen, komt erbij in de buurt. Als je goed kijkt zie je wederom deze drie landen die deze uitlokkingsen misleidingcampagnes opzetten en ze verder door hun misleide ‘vrienden’ lieten uitvoeren. Maar er ging iets mis. Hier stokte de moordmachine. De publieke opinie kreeg door hoe het de afgelopen 30 jaar gewerkt had. Wie het bedacht had: Israël en de pro-Israëllobby in de USA. Wie er belang bij had: de USA. Wie de intriges betaald had. Het Saoedisch-Arabisch oliekapitaal betaalde mee aan deze intriges [3]. Deze drie staten zijn dus de échte schurkenstaten. De bevolkingen van deze staten worden gebruikt, misbruikt, misleid, en als het erop aankomt gechanteerd. Maar waarom doen deze drie staten dat? Waarom laten regeringsleiders en bevolkingen zich een rad voor ogen draaien? Duidelijk is wel dat je in de (linkse) politiek daarom ook altijd moet (leren) kijken naar het motief dat iemand heeft om iets te doen en de belangen die er bij groepen spelen [4].

Het maoïsme was ook een aanval op de Sovjet-Unie

Het maoïsme was ook een aanval op de Sovjet-Unie, maar dit is zeer gecompliceerd. Natuurlijk was het revisionisme van Chroesjtsjov en alles wat er in de periode-Chroesjtsjov gebeurde een reden voor communistische partijen (en met name die van China) om de Sovjet- Unie heel hard te bekritiseren. Maar de Sovjet-Unie afvallen - wat sommige communisten deden - was niet de oplossing voor ‘het probleem Chroesjtsjov’ en zijn volkomen verkeerde beoordeling van de periode-Stalin. Immers, de Sovjet-Unie speelde in de buitenlandse politiek en bij het steunen van bevrijdingsbewegingen in de wereld, wel degelijk - en haast ononderbroken - een goede rol en koos wel degelijk steeds de goede kant in lokale, koloniale en internationale conflicten.

Natuurlijk was de Sovjet-Unie in de periode-Chroesjtsjov en ook daarna, geen ideale socialistische staat, maar men speelde wel degelijk een progressieve rol in de wereld. De kritiek van communisten ging in Nederland op sommige momenten te ver. Opmerkelijk in dit verband is dat Mao tot zijn dood het socialistische karakter van de Sovjet-Unie heeft verdedigd, ook in de periode-Chroesjtsjov. Weliswaar leverde hij kritiek op het revisionisme van Chroesjtsjov, maar hij heeft Stalin tegenover Chroesjtsjov altijd verdedigd.

Het latere ‘maoïsme’ van andere Chinese leiders en andere (Europese) communistische groepen leidde uiteindelijk tot partijen met leiders als Pol Pot. Het socialistische Vietnam moest uiteindelijk Cambodja bevrijden van deze mensen en hun verkeerde opvattingen. Communistische partijen in Europa die het maoïsme volgden, hadden binnen de kortste keren een enorm probleem. (Ook de SP hoorde hierbij. De CPN gelukkig niet.) Vaak werden deze Europese communisten noodgedwongen (tijdelijke) bondgenoten van de tegenpartij. Dat was een droeve periode. De Telegraaf en de Volkskrant schreeuwden - indertijd - vanaf hun voorpagina’s moord en brand toen het volksleger van Vietnam onder leiding van haar communistische partij Cambodja binnenviel en Pol Pot verdreef. De meeste maoïstische partijen in Europa hielden hun mond of waren al ter ziele. Sommige maoïsten werden weer gewoon communist en steunden af en toe de Sovjet-Unie weer. (Hoewel in het internationale discours de kwestie Unita in Angola nog lang voortkankerde.) De geschiedenis van het maoïsme is nog steeds niet duidelijk, maar duidelijk is wel dat gestook en gemarchandeer via derde partijen (bijvoorbeeld Nixon en Kissinger met China) vroeg of laat altijd leidt tot verdeeldheid, en uiteindelijk tot fouten waardoor je aan de verkeerde kant van de geschiedenis belanden kunt. Communisten moeten altijd bedacht zijn op politieke ‘een-tweetjes’ van de vijand met een derde partij. Een derde partij, die later weer een bondgenoot kan zijn. (Toen China, nu de moslims?)

In de periode mei-augustus 2008 hebben de Nederlandse zenders nog een smerige streek uitgehaald met de ‘voormalige maoïst Paul Rosenmöller’ (ex-voorman van GroenLinks). Hij ‘mocht’ van zijn broodheren enkele reportages over China maken, en nog wel in de Chinese gebieden die tijdens de Olympische Spelen roet in het eten van de communistische partij wilden gooien (o.a. de Oeigoeren). Hij ontlokte vele ‘kapitalistische’ uitlatingen aan de gewone Chinezen die hij interviewde. Het was voor ons communisten heel gênant, vooral omdat duidelijk was dat het eigenlijk Paul Rosenmöller en GroenLinks waren die voor lul stonden. Zijn vooroordelen waren zo evident achterlijk, dat het zielig was om te zien. Zijn broodheren waren natuurlijk dik tevreden, voornamelijk omdat ze zo’n ex-maoïst enerzijds eens publiekelijk voor gek konden laten staan en anderzijds het ‘maoïsme’, het ‘ex-maoïsme’ en een ex-maoïst als achterhaald kon laten verklaren. Dat Paul Rosenmöller zich hiervoor leende, zegt alles over deze persoon, nu en in het verleden.

Dat is in de afgelopen jaren wel allemaal duidelijk geworden: momenteel zijn de meeste maoïstische partijen in West-Europa geëvolueerd tot gewone communistische partijen (zoals de PVDA/ België) of sociaaldemocratische (zoals de SP in Nederland). In de rest van de wereld is het vrij onduidelijk. Sommige maoïstische partijen zijn zwaar geïnfiltreerd door mensen die geen al te goede bedoelingen hebben en dus het roer hielpen kwijt te raken. Vaak ook lopen de partijen stuk op de weerbarstigheid van de angstige massa, die niet openlijk partij durft te kiezen.

Tsjernobyl

De milieubeweging en andere ngo’s, non-gouvernementele organisaties, deden ook voortdurend aanvallen op de Sovjet-Unie, maar dan veel geraffineerder. Een land in oorlog - de Koude Oorlog - kan het milieu nu eenmaal niet steeds helemaal schoonhouden. Er komt te veel op een land in oorlog af om op de natuur of het milieu te kunnen letten. De Sovjet-Unie en China geloofden nu eenmaal in kernenergie. Het Pentagon heeft de onmogelijkheid voor opkomende landen om het milieu goed in de gaten te houden perfect uitgebuit en de westerse jongeren steeds maar weer op dat dat soort ‘slechte’ punten van ‘het socialisme’ gewezen. De westerse media zijn meesters in het leiden van de aandacht van hoofdpunten naar bijzaken. (En van bijzaken een hoofdpunt te maken.) Zo werkte en werkt het in een koude oorlog nu eenmaal. Rondom de ontploffing bij Tsjernobyl werd een waanzinnig mistgordijn van irrelevante zaken neergelaten. Atoomenergie werd het punt, de grote boeman, in plaats van atoombommen. Terwijl het hier niet eens een kwestie van atoomenergie was, maar van sabotage waardoor een elektriciteitscentrale ontplofte en er een enorme hoeveelheid straling vrijkwam. Dat is iets heel anders. Dat is een misdaad (en geen kwestie met kernenergie als oorzaak).

Tsjernobyl is een misdaad geweest van twee ingenieurs, die alle regelsystemen ’s nachts hadden uitgezet, om een illegale proef met de kerncentrale te doen. Dat is de kwestie. Niet kernenergie was hier de oorzaak, maar twee misdadige wetenschappers. Waren ze opgestookt? Wilden ze beroemd worden? Waren het bewuste saboteurs, wilden ze de Sovjet-Unie ondermijnen? (Mensen die dat wilden liepen daar toen bij bosjes rond.) We weten het (nog) niet. De twee wetenschappers stierven zelf binnen enkele uren aan de straling. Wetenschappers kunnen ook misdadig zijn.

De kwestie is: waren deze twee ingenieurs verblind door eigen ambitie of zijn ze door derden opgestookt? Zo zijn er zoveel dingen gebeurd met mensen of dingen in de Koude Oorlog. (Ook in Cuba, Congo, Indonesië, Angola, Irak, Zuid-Afrika, Nicaragua, Libië, Syrië, Venezuela, Brazilië, etc.) Sabotage is heel effectief. Bijvoorbeeld ‘problemen’ met gifgas. Het is heel moeilijk te achterhalen wie de ware schuldige is in zaken als deze.

Het ging in de westerse pers totaal niet over de kwade opzet van twee ingenieurs die ‘eeuwige roem’ zochten, en die alle veiligheidssystemen hadden uitgeschakeld om een proef te kunnen doen. De misdaad van deze twee individuen werd in het westen gewoon niet aan de orde gesteld. Steeds werden in het Westen heel andere dingen in het brandpunt van de media-aandacht gezet: kernenergie, en dan met name dat ‘de Russen onverantwoordelijke mensen waren’ en ‘hun technologie nu eenmaal niet deugt’. Uiteindelijk werd in deze laatste en beslissende fase van de Koude Oorlog de Sovjet-Unie compleet afgemaakt en gedemoniseerd. Greenpeace en Amnesty International deden er om het hardst aan mee.

Afrika

In de tussentijd liep de aanval op de Sovjet-Unie ook via Afrika. Daar werd de socialistische/communistische regering van Ethiopië langzaam maar zeker vanbinnen en vanbuiten ondermijnd. In Ethiopië (en Eritrea) werd de hele socialistische staatsstructuur door contrarevolutie en demonisering van de communistische partij ‘opgeblazen’. Mengistu, de leider van Ethiopië, werd rond 1990 letterlijk onder schot genomen door de troepen van Eritrea. Eritrea had het misplaatste gevoel zich te moeten afscheiden van Ethiopië en werd daarin al die tijd gesteund door het Westen (ook door radicale linksen in Nederland) in een niets ontziende strijd tegen deze zogenaamde ‘communistische dictator’. Dat er sprake was van een ‘dictatuur van het proletariaat’ of van een volksmacht, werd systematisch uit de media gehouden en ontkend. Ook hier was er geen houden aan. Leugens en demoniseringscampagnes vierden hoogtij. De communistische leider Mengistu vluchtte naar Zimbabwe. Zimbabwe kreeg later nog een portie demonisering over zich heen die zijn weerga niet kende qua onbegrip (vooral bij de sociaaldemocraten en de zogenaamde ‘vrije’ vakverenigingen van het Internationale verbond van Vrije Vakbewegingen, IVVV). Die strijd om de macht, in Zimbabwe, loopt nog steeds. Die in Zuid Afrika ook.

Gelukkig treft China de hoon die de Sovjet-Unie altijd ontving, nog niet. Er worden nog geen massaal georkestreerde aanvallen op dat land gedaan. Hoewel er al groepen, ngo’s en regeringen zijn die beginnen te roepen dat wat China in Afrika doet kolonialisme is.

Enschede, november 2005, geüpdatet oktober 2006, 2007 en 2008. Laatste versie 2017.

Noten

1. Robert Fisk, De grote beschavingsoorlog. Amsterdam/Antwerpen: Anthos/Standaard Uitgeverij 2005.

2. Zie o.a. mijn politieke website: www.RikMin.nl.

3. Lees het boek van Moore en bekijk de film van Moore. Let op: in de film en in het boek zitten ook medialeugens en dubbele bodems. Israël verleende namelijk beperkte steun aan dit boek en de film: het land wilde Bush compromitteren en Kelly als presidentskandidaat steunen.

4. Bij een misdaad is de dader niet te vinden als je bij de analyse van de zaak uiteindelijk het motief van de verdachten ontdekt. De meest verdachte dader qua motief is meestal de echte dader. Zo is in een analyse om de macht en bij geopolitieke vraagstukken altijd de kwestie: wie heeft er belang bij iets.